De duiker
Ik duik al jaren. Het geeft meestal zo een rust in een omgeving te zijn waar je je eigen gang kan gaan. Je hoort enkel wat je wil horen. Je kan je lekker wegsteken of in openzicht rondhangen.
Alle dagen stress, werk, gezaag van links en rechts, plichten en daden vervullen..
Een mens wil eens iets anders ook. Een tijdje rustig liggen bakken onder de zon,
onbezorgd nachtelijke kroegentochjes maken of lekker buikje rond eten.
Nou, geef mij maar een frisse duik. Een duik in een andere wereld, weg van alle volwassen plichten en showopvoeringen.
Vroeger was ik een zeer asociale duiker. De mogelijkheden van men uitrusting gingen niet verder dan het ronddobberen in eigen poel. Van anderen was er geen sprake, de wereld was toen nog klein en beperkt. Maar zelf al in die tijd had elke duiker een schuilnaam. Eens was ik een gek dik kereltje dat tonnetjes ontweek, paddestoelen uit de lucht plukte en eitjes van vogels moest rapen, de andere keer was ik dan weer een gedreven sodaatje dat in ondergrondse kelders giftige monsters en zombies het zwijgen moest opleggen.
Donkey Kong, Mario, Wolf…allen passeerden ze de revue.
Tja…zo vredelievend zijn mijn “duikpartijtjes” nu ook weer niet altijd.
Maar zoals alles en nog wat evolueerde de algemene duikuitrusting. Ik kon nu in de open zee gaan, de oceaan, het onbekende !
Eerst blijf je een beetje rustig aan de kant dobberen, maar snel wordt je zo benieuwd naar die gapende open zee voor je.
Zijn daar nog duikers ? Wat bezielt hen ? Kan ik hier een held worden ?
Voor je het beseft drijf je al ver op de oceaan en heb je eerste kontakten met andere duikers.
Via een soort intercom kan je hier zelfs praten met elkaar ! Ze noemen dat MSN-toestanden.
Tja, alleen kan je zo een oceaan nooit verkennen. En bovendien is het een beetje gevaarlijk je zonder “buddy” in open water te begeven.
Waar wil je naartoe? Wat wil je zien ? Wat wil je doen of wat kan je doen ?
Zoveel vragen, en in begin zo weinig antwoorden.
Gelukkig bestaan er ook zo van die duikclubs waar mensen elkaar een beetje helpen. De communities of fora die her en der op de bodem van die grote oceaan verspreid liggen.
Algauw laat je je meedrijven door een groep om samen nieuwe dingen te “exploren”.
De schuilnamen zijn ook niet zo simpel meer als voordien. Niet iedereen kan Mario of Donky noemen. Het leuke is nou wel dat juist deze “schuilnaam”, die juist dient om anoniem te zijn, soms veel vertelt over de duiker zelf. Als ik een Piet05 tegen kom weet ik al dat deze vast Nederlands spreekt. Een Ilikepoesjelik onthuld dan weer dat er een driftige puber achter de knopjes hangt of in slechtste geval een gefrustreerde kerel die niet aan de bak komt.
Via deze duikclubs kwam ik in de Runescape-poel terecht. Algauw bleek deze zee een interessante plek om veel duikuren onderzoek en zelfstudie aan te hangen.
Het enige wat me nou nog aan de reële wereld bindt, is men dieptemeter rechtsonder men beeldscherm die me steeds verteld hoever ik al in de tijd ben afgedreven.
Gedwee moet ik terug naar de oppervlakte, terug in de mierennest van de wereld boven water, terug de verwrongen gezichten aanschouwen van mensen die nog nooit van duiken hebben gehoord.
Ik neem er men duiklog bij en noteer de eerste bevindingen. Later zal ik dit delen met vele mededuikers of gebruiken om zielige mieren uit die hoop te halen en de weg te tonen naar ontspanning.